Invordering schulden B2C vanaf 01/09/2023

HERSELT - AUG 2023 Binnenkort wijzigen de regels omtrent de invordering van schulden bij de consument (B2C-relatie, invoeging boek XIX in het Wetboek van Economisch Recht):

-Vanaf 01/09/2023 gelden de regels voor toekomstige overeenkomsten;

-Vanaf 01/12/2023 gelden de regels voor overeenkomsten die al lopen, maar wanneer de betalingsachterstand ontstaan is na 01/09/2023.

Het uitgangspunt is dat de consument in een zwakkere positie staat en een hoog beschermingsniveau krijgt.

Hieronder leest u de grote lijnen van de nieuwe wet, waarmee u rekening moet houden.

*
Bij niet betaling moet een verplichte eerste herinnering gestuurd worden, op papier of elektronisch, waarbij volgende verplichte vermeldingen moeten opgenomen worden:
-De identificatiegegevens van uw onderneming
-Openstaand saldo
-Beschrijving van wat te betalen is
-Bedrag van het schadebeding bij niet betaling na 14 dagen
-Datum van opeisbaarheid

Deze eerste herinnering is verplicht kosteloos: u kan geen administratiekost of wat dan ook aanrekenen, enkel de hoofdsom.

Na deze eerste herinnering dient u een verplichte wachttermijn van 14 kalenderdagen te respecteren, alvorens u schadebedingen (in de vorm van verwijlintresten en/of een schadevergoeding) kan vorderen. Bij een elektronische herinnering, vangt deze termijn aan de dag die volgt op de herinneringen, bij een herinnering per post vangt de termijn aan de derde werkdag na de verzending.

U kan zich van deze verplichtingen niet exonereren in een overeenkomst of algemene voorwaarden. Een dergelijke bepaling is verboden en nietig. De vermelding ‘verschuldigd van rechtswege’ is aldus niet langer rechtsgeldig in dit kader.

Informatieplicht: als de consument het u vraagt, moet u de bewijsstukken van de schuld en de nodige informatie over hoe de schuld te betwisten, overmaken.

Als de schuld onbetaald is (geheel of deels) na de eerste herinnering en na de verplichte wachttermijn, kan men in een ingebrekestelling enkel volgende ‘schadebedingen’ vorderen:
-De in de wet voorziene verwijlintrest, en/of
-Een forfaitaire schadevergoeding, voor zover deze uitdrukkelijk bepaald is.

Deze verwijlintresten en forfaitaire schadevergoeding kan u dus wel voorzien in uw contracten/algemene voorwaarden:
-De verwijlintresten mogen niet hoger zijn dat deze conform de wet van 2 augustus 2002 bij B2B-relaties. Deze bedroeg in het eerste kwartaal van 2023 10,5%. Alternatief is de wettelijke intrest, die veel lager ligt. Intresten kunnen enkel berekend worden op de nog openstaande som en pas vanaf het verstrijken van de wachttermijn van 14 dagen (voor een KMO kan dit vanaf de kalenderdag volgend op verzenden van herinnering).
-De forfaitaire vergoeding heeft ook volgende plafonds:
o Bedrag 0-150 euro: 20 euro
o Bedrag tussen 150,01-500 euro: 30 euro +10% op schijf tussen 150,01 en 500 euro
o Bedrag boven 500 euro: 65 euro + 5% op schijf boven 500 euro
o Absoluut maximum van 2.000 euro
-Vermeld dat beide bedragen, desgevallend te indexeren zijn. Indien nadien dan indexaties komen op die bedragen, dient u dit niet telkens aan te passen.

Een mogelijke formulering zou kunnen zijn (in B2C-context):

‘Bij niet betaling van de factuur op de vervaldag, zal u kosteloos een eerste herinnering worden gestuurd. Indien u 14 kalenderdagen na deze eerste herinnering nog steeds in gebreke blijft de factuur te betalen, zal u een ingebrekestelling ontvangen, waarin volgende schadebedingen worden aangerekend:
-Een verwijlintrest conform de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties;
-Een forfaitaire schadevergoeding als volgt:
o Bedrag 0-150 euro: 20 euro
o Bedrag tussen 150,01-500 euro: 30 euro +10% op schijf tussen 150,01 en 500 euro
o Bedrag boven 500 euro: 65 euro + 5% op schijf boven 500 euro
o Absoluut maximum van 2.000 euro
-Voornoemde posten kunnen desgevallend geïndexeerd worden.’

*
Er zijn mogelijke sancties in de Wet opgenomen, indien de procedure niet wordt nageleefd.

Ik meld u wel dat deze wetgeving nog niet in voege is, dus de uitwerking in de praktijk zal nog moeten blijken.

Ik adviseer om de intresten en de forfaitaire vergoeding in de contracten en algemene voorwaarden steeds op te nemen en deze ook nogmaals te herhalen in de eerste herinneringsbrief.

Verder is het bij een B2C-invordering dat u aan ons kantoor toevertrouwt belangrijk te melden of u de eerste herinnering zelf al verstuurd heeft of dat u wenst dat ons kantoor dit doet. Na deze eerste herinnering kan ons kantoor dan een ingebrekestelling sturen en verder opvolgen.